Petra Ardai, Sander Mensink, Wouter Mensink: ARTivism - Performance in activism
Petra Ardai
Petra Ardai is artistic director voor TG space. TG space is een internationaal opererende performance groep gehuisvest in Amsterdam en Budapest. Ze maakt documentaire theater, site specifieke, levend erfgoed en interactieve (trans-mediale) projecten. Petra is op zoek naar interactieve ruimte tussen politiek en kunst. Remember Europe/Crash Course Refugee, Remember Amsterdam/Crash Course Refugee, Love ME Tinder, Private Terschelling, Private Rotterdam, We Hear You zijn voorstellingen waar Petra betrokken was met TG Space. Hiernaast werkt zij aan AI_am met Valencia James en Alex Berman, ontwikkelt concepten voor kunstenaars beleid en opleidingen. Omdat zij director, schrijver en onderwijzer is noemt ze zichzelf een 'hedendaagse verhalenverteller'.
TG space maakt documentair theater op de grens tussen realiteit en fictie. De politiek van het persoonlijke vormt een uitgangspunt. Vragen zoals 'Wat doen wij als dit met ons gebeurd?', ' Wat zouden wij in deze situatie doen?'. Identiteit, de interactie met het publiek en de site-specifieke aankleding van scenes of individuele locaties spelen een rol.
Sander Mensink
Sander Mensink onderzoekt 'prefiguratief' activisme in zelforganisatie van groepen en schrijft in dit moment aan zijn proefschrift. Hij is tutor/junior-docent voor de opleiding Algemene Sociale Wetenschappen aan de UVA. Hier heeft hij in 2007 zijn Master in Internationale Betrekkingen gemaakt. Sander is geïnteresseerd in Afrikaanse (buitenlandse) politiek, en meer in het bijzonder koloniale en post-koloniale politieke geschiedenis. Hiernaast ligt zijn interesse in hoger onderwijsbeleid in ontwikkelingslanden en in sociale- en protestbewegingen, met name in een stedelijke context.
Wouter Mensink
Wouter Mensink is onderzoeker en schrijver. Hij is maatschappelijk betrokken. Hier voor de 3e Salon Bloeikas vervangt Wouter Ruben Ferwerda. Wouter was gast op de 1e Salon Bloeikas met zijn boek Kun je een betere wereld kopen? Hij is een gearrangeerde filosoof en geïnteresseerd in activisme.
ARTivisme - perfomance in activisme
Petra Ardai
Petra Ardai is in Hongarije opgegroeid, ze toont haar oude paspoort en vertelt een persoonlijk verhaal wat ze uit Hongarije meegenomen heeft naar Nederland en hoe ze dit in haar performance kunst of haar theaterstukken integreert. Haar vader was arts in Hongarije en door zijn beroepsprivilege kon de familie vrij reizen in tegenstelling tot andere families in het Socialistische Hongarije in de jaren 70. Een persoonlijk netwerk was en is soms sterker dan de politieke macht. Haar moeder was een actrice. Het familieleven speelde zich af tussen de theaterstukken van haar moeder en de realiteit. Petra maakt nu met de performancegroep TG Space en anderen interactief documentair theater tussen realiteit en fictie.
Een van de vele voorstellingen is Remember Europe, Crash Course Refugee. Dit stuk gaat over het migratieprobleem en de vluchtelingencrisis. Het verhaal begint in de toekomst waar Europa verdwenen is. Wat gebeurt als Europa verdwijnt door een natuurcatastrofe? Wat gebeurt als het hele continent wordt geëvacueerd? Wat gebeurt er als we alles wat wij koesteren verliezen? Welke Europese waarden zijn wij bereid om op te geven? Hoe kunnen wij ons ooit weer thuis voelen?
Het stuk is georganiseerd als een crash course, bureaucratie wordt dichtkunst. Vluchtelingen experts bereiden het publiek voor op de emotionele en existentiële consequenties van een vluchtelingbestaan. Petra schept een eigen ruimte waar de rollen in de vluchtelingencrisis omgedraaid worden. Vluchtelingen veranderen van de zogenaamde kwetsbare positie tot een geëmancipeerde en machtige positie. Wij Europeanen verliezen onze geprivilegieerde positie. Wij moeten andere vragen om ons te helpen. Door middel van de performance creëert zij een eigen wereld met eigen wetten, het is een soort zachte manier van activisme. Als gevolg van haar Hongaarse achtergrond is zij tegen groepsvorming. Daarom heeft ze de performance bedacht om als individuele persoon politiek actief te zijn.
Sander Mensink
Sander Mensink kijkt als wetenschapper naar activistische bewegingen. In tegenstelling tot Petra observeert hij groepsbewegingen. Hij stelt zich de vraag of een prefiguratie in activisme een performance van Utopia’s is. Hierbij toont hij een afbeelding van de cirkelvormige organisatie van het Burning Man Festival in Californië. Om de ontwikkeling van het activisme te begrijpen schetst Sander een overzicht van de sociale geschiedenis van groepsactivisme in de 20e eeuw. In begin van de eeuw waren er activistische bewegingen die zich inzetten om kwetsbare groepen een sterker positie te kunnen geven in de samenleving, zoals de vrouwenbeweging. In de jaren 60 waren de activisten meer politiek actief en zetten ze demonstraties strategisch in om hun posities tegen het staatsapparaat te tonen zoals de RAF het deed. In de huidige tijd is het activisme meer een prefiguratie van het voorgestelde leven waar voor men strijdt. Hierbij kunnen wij denken aan de Occupy beweging, de studentendemonstratie aan de UVA in 2016 of de vluchtelingengroep in Amsterdam We are here.
Occupy Wallstreet is een beweging tegen een groepsbelang en tegen strategieën. De prefiguratie gaat over een strategische interactie om de mensen ertoe te brengen dat te doen wat zij doen. Bij de prefiguratie van de vluchtelingengroep We are here is het complexer. Ze vechten voor een burgerschap van het systeem waar ze tegen protesteren. Aan de ene kant hebben zij een illegalen status en zijn ondergedoken en aan de andere kant maken ze zich op internet zichtbaar en vormen een groep.
Samen met de kunstenaar Kasper Oostergetel had de groep een idee een ronde democratische ruimte te maken om mensen met en zonder burgerstatus op gelijk niveau in gesprek te brengen. Andere Europese vluchtelingencollectieven zoals Lampedusa in Hamburg, Refugee Movement Berlin, Refugee Camp Hannover, de Sans-papiers uit Brussel en We are Here uit Amsterdam zouden gebruik kunnen maken van deze ruimte op een drielandenpunt voor uitwisseling. Dit project dat niet gerealiseerd is, is voor Sander een voorbeeld voor ARTivisme.
Martijn Huting
Martijn Huting maakt in zijn kunstpraktijk geen installaties maar schilderijen. Dragen zijn schilderijen bij aan ARTivisme? Hij vraagt zich in hoeverre zijn kunst activistisch of zelfs een prefiguratie is. Een eeuw eerder heeft de filosoof Theodor W. Adorno zich dezelfde vraag gesteld: Kan kunst activistisch zijn?
In de jaren 60 kiezen kunstenaars ervoor onderwerpen zoals terrorisme, oorlog en geweld in hun kunst te verwerken. Leon Golub beeldt gewelddadige scenes af in een antieke stijl. Joseph Beuys kiest in zijn werken steeds weer voor de basismaterialen, vilt, vet en dieren die in catastrofale situaties levensnoodzakelijk worden. In de jaren 70 kiezen de Fluxus kunstenaars het publiek te betrekken bij performances om tegen de productie van verkoopbare kunst te zijn. In de jaren 80 investeert Tim Rollins de winst van zijn kunst in een kunstopleidingscentrum voor jonge mensen. Maar Martijn herkent zich niet in de gearrangeerde manier van Rollins nog in Fluxus, Beuys of Golub.
In de architectuur noemt Martijn twee architecten die een voor hem activistische houding in haar ideeën hebben: Bernard Tschumi en Rem Koolhaas. De eerstgenoemde schrijft in zijn boek Architecture and Disjunction uit 1996 dat de architectuur niet veel verschilt van het dagelijkse. Martijn denkt ook aan het boek Underworld van Don Delillo uit 1997. Op basis van een krantenpagina met nieuws over een honkbalwedstrijd op de ene kant en een gelukte Sovjet atoomproef op de andere. In het boek beschrijft Delillo een netwerk van kleine gebeurtenissen die uiteindelijk het grote verhaal vertellen. Martijn toont meerder eigen werk waar hij zelf kleine gebeurtenissen combineert.
De tweede architect Rem Koolhaas heeft in zijn afstudeerwerk een heel andere theorie wat ook als verzet gezien kan worden toegepast. Hij heeft de Berlijnse muur op een positieve manier geïnterpreteerd en een fictieve stadsontwikkeling voorgesteld waar een strip omsloten door twee muren en tussenmuren door een bestaande stad loopt. In ieder gebied is ruimte voor diverse architectonische concepten. Zo kan de super geometrische stad naast de oude stad liggen en deze weer naast een diverse geplande stad of naast en nog leeg gebied. De kunstenaar Richard Longo is net zoals Koolhaas geïnteresseerd in macht. In 1979 maakt hij het beroemde werk Men in the Cities en in 2011 het werk Wailing Wal zijn verwerkt in de schilderij van Martijn Huting wat te zien is op de de uitnodiging van de 3e Salon Bloeikas. Wij zien drie figuren omhuld in reddingsdeken in verschillende gebieden voor een muur. Ondanks dat Martijn in deze schilderij elementen van macht combineert met de kwetsbaarheid van de vluchteling ziet hij zich niet als een activist.
Wouter Mensink
Maar wie zijn dan activisten? Wouter Mensink heeft hierover nagedacht en heeft voor ons zeven verschillende karakters samengesteld. Wouter is met Deleuze en Guattari eens dat karakters in een verhaal een rol spelen in het ontwikkelen van de concepten van een auteur zoals Socrates bij Plato of Zarathoestra bij Nietzsche. Hebben wij andere karakters nodig voor verschillende activistische bewegingen?
Het eerste karakter is de charismatische autoriteit zoals Che Guevara. Met de woorden van Max Weber wordt een charismatische persoon als buitengewoon beschouwd en wordt behandeld alsof hij in het bezit is van bovennatuurlijke, bovenmenselijke, of op zijn minst specifiek uitzonderlijke krachten of eigenschappen. De Argentijnse marxistische revolutionair en Cubaans guerrillaleider staat met een zijn portret symbool voor het strijden voor vrijheid.
Het tweede karakter is de wereldverbeteraar, een type mens dat tegenstrijdige emoties oproept. De Amerikaanse schrijver Larissa MacFarquhar bedoelt niet de alledaagse deeltijdwereldverbeteraars. Zij bedoeld mensen die ernaar streven een ethisch zo voortreffelijk mogelijk leven te leiden. Voor Wouter is dit Bob Geldof die wij vooral kennen van het liefdadigheidsconcert Live Aid in 1985. Op foto’s lijkt hij op een popicoon met een stoere bril een streepjespak.
Het derde karakter is de wijze, zoals de Griekse filosoof Diogenes van Sinope. Wouter denkt aan de Big Lebowski uit de Amerikaanse filmkomedie uit 1998. In de film wordt de werkloze verliezer verwisselt met een miljonair. In plaats van de rol aan te nemen blijft Big Lebowski trouw aan zijn eigen leven dat bestaat uit bowling, bierdrinken en televisiekijken. Hij wordt vaak afgebeeld als de heilige.
Het vierde karakter is de parrhesiast. Michel Foucault schrijft: ‘ Parrhesia is a verbal activity in which a speaker expresses his personal relationship to truth, and risks his life because he recognizes truth-tellings as a duty to improve or help other people (as well as himself).’ Edward Snowden moet onderduiken omdat hij ware maar geheime informatie voor iedereen ter beschikking stelt. Hij wordt meestal afgebeeld als een stoere computer nerd.
Het vijfde karakter is de mens in opstand. Albert Camus definieert dit als volgt:
,Een mens die ‘nee’ zegt, maar niet bij de ontkenning blijft: hij zegt ook ‘ja’ zowel een categorische afwijzing van een ongeoorloofde overschrijding van rechten als ook een, misschien nog vage zekerheid van eigen rechten.’
Dit is zeer toepasselijk op Silvana Simons, die wij sinds kort vaak in de publiciteit als een onaangename vrouw zien. Zij is nu met een eigen partij in de politiek actief om tegen racisme, discriminatie en xenofobie te strijden.
Het zesde karakter is de uitgeslotene. Herbert Marcuse schrijft dat de uitgestotene, de buitenstaande en de vervolgende buiten het democratische proces leven. Hun leven vormt de meest directe noodzaak om aan ondraaglijke omstandigheden en instituties een eind te maken. Zo is hun oppositie revolutionair, zelf al is hun bewustzijn dat niet. Voor Wouter is dit de vluchtelingengroep We are here.
Het laatste karakter is de everyday maker. Bang en Sørensen zien het politieke arrangement erin door directe probleemoplossing van het dagelijkse leven wat gerelateerd is aan de handeling van de overheid. Voor Wouter is dat in onze tijd Floortje Dessing, die een winkel opgericht heeft waar alleen duurzame producten verkocht worden.
Deze karakters zijn volgens Wouter geconstrueerd omdat wij deze activisten zo willen zien. Van Che Guevara bestaan ook erg kwetsbare foto’s van en van Silvana Simons zijn er foto’s waar zij erg sympathiek over komt. Nu blijven de vragen: Presenteren de activisten zichzelf of representeren ze anderen? Lopen ze gevaar? Staan ze binnen of buiten ‘het systeem’? Willen ze ‘het systeem’ veranderen, of hun houding ertoe? Hoe esthetiseren ze zichzelf, en hoe esthetiseren andere hen?
Publiek
Het publiek reageren enthousiast op de vier presentaties. Petra gebruikt in haar performance de vluchteling als karakter om juist de clichés te doorbreken en de rollen te verwisselen. Volgens Sander is de prefiguratie het voorleven van de ideale wereld het activisme van nu. Martijn wil met zijn schilderijen iets beteken maar ziet zelf niet als activist. Volgens Wouter construeren wij verschillende karakters van activisten om ons eigen verhaal te kunnen vertellen. Maar wie voelt zich activist of ARTivist in de zaal? Ben je activistisch als je vegetarisch eet en alleen duurzame producten koopt?
Het schilderij van Martijn heeft bij het publiek verschillende associaties los gemaakt. Is het de klaagmuur? Zijn het vluchtelingen? De reddingsdekens met de karakteristieke vouwlijnen staan door het kunstproject #Safe Passage van de activistische kunstenaar Ai Weiwei symbool voor sympathiseren met de vluchtelingen. De muur gebruikt de kunsthistoricus Hartog Hans ten Jager in zijn boek Het streven. Kan hedendaagse kunst de wereld verbeteren? als symbool tussen kunst en het leven. Joseph Beuys is er volgens hem niet in geslaagd de wereld te veranderen. Hij was leraar en politicus en toch bleef hij groot in de kunstwereld. Constant Nieuwenhuis heeft al zijn geld en de meeste tijd van zijn leven ingezet om zijn utopische samenleving van New Babylon te realiseren en toch begint hij weer te schilderen aan het eind van zijn leven.
De kunstenaarsgroep WochenKlausur gebruiken de kunstwereld om sociale projecten op te zetten. Zo hebben zij op uitnodiging van een gemeente samen met vluchtelingen een oud gebouw verbouwd tot woningen. Kan de muur tussen activisme en kunst doorbroken worden? Heeft Petra met haar performance niet een overlapping gevonden tussen een prefiguratie van een Utopie en theater? Verteld Petra niet met haar performances op kleine schaal net zoals Martijn met zijn tekeningen het grote verhaal?